Le Corbusier in kleur

BRUZZ
Michaël Bellon voor BRUZZ - 5 februari 2020
 

Charles-Édouard Jeanneret is beter bekend als Le Corbusier. Voor Le Corbusier geldt dan weer dat hij beter bekend is als architect dan als tekenaar en schilder. Galerie Maruani Mercier toont de Zwitser als kleurrijke meester van het platte vlak.

Le Corbusier? Dat zijn gebouwen met melodische maar strakke witte volumes en af en toe een streepje kleur. Maar in de strakke ruimtes van Maruani Mercier aan de Louizalaan krijg je Le Corbusier de tekenaar en schilder te zien, en dus heel veel kleur.

 

In 1916 trok Le Corbusier naar Parijs, waar hij de Franse schilder Amédée Ozenfant leerde kennen en rond 1920 ook zelf begon te tekenen en schilderen. Ook nadien zou Le Corbusier regelmatig passer en tekendriehoek aan de kant schuiven om krijt en kwast ter hand te nemen en zo andere gebieden van zijn creatieve genie te verkennen. Maruani Mercier toont dus geen architecturale schetsen of ontwerptekeningen voor gebouwen. Volgens Le Corbusier was je trouwens nooit alleen maar beeldhouwer, schilder of architect, maar stond de plastische verbeelding van die (toegepaste) kunstenaars in alle gevallen ten dienste van de poëzie.

 

En die poëzie is onmiskenbaar aanwezig op de links en rechts gerecupereerde vellen papier die Le Corbusier gretig vulde. Wat je ziet, is een opengevallen portefeuille van pretentieloze maar bedachtzame vormen, opgeworpen door een man die de onbeperkte mogelijkheden van de ruimtelijke dimensies nog beter wilde bemeesteren. Daarbij zorgde kleur dus voor een extra dimensie, en bediende hij zich ook regelmatig van de vandaag charmant overkomende kunst van de collage, stammend uit de tijd dat 'knippen en plakken' nog niet uitsluitend in overdrachtelijke zin werd gebruikt.

 

Het kan verwonderen dat iemand als Le Corbusier de stap naar de pure abstractie niet heeft gezet. Maar bij de man die samen met Ozenfant de details uit het kubisme dreef om tot het purisme te komen, gaat het figuratieve automatisch over in abstractie. Waterkan, wijnfles, gitaar, Griekse zuil: bij Le Corbusier wordt zo'n stilleven een schets van volumes die worden gesneden, gescheiden en weer in elkaar geschoven. Aan die rechten in de ruimte voegt de architect dan ook nog de speelse curves van vrouwenfiguren, handen of stieren toe. Dat ging op papier dan ook veel gemakkelijker dan in beton.

 

Lees of download volledig artikel

5.2.2020